Ernstige bedreigingen binnen Terroristenafdeling

De beroepscommissie van de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) heeft besloten dat een gedetineerde vanwege voor hem bedreigende omstandigheden binnen de Terroristenafdeling in een andere penitentiaire inrichting moet worden geplaatst.

De klager verblijft met enkele mededaders van het delict waarvoor hij is veroordeeld op de Terroristenafdeling. Het delict betreft een misdrijf met een terroristisch oogmerk waarbij een moskee het doelwit was. Zij worden gezien als aanhangers van het rechtsextremistische gedachtengoed.

Vanaf het moment dat klager op de Terroristenafdeling binnenkwam, werd hij door andere (moslim)gedetineerden bedreigd. Deze bedreigingen waren zo ernstig dat de veiligheid van klager niet kon worden gegarandeerd. Om die reden heeft hij ruim zeven maanden in afzondering doorgebracht in de afdeling voor beheersproblematische gedetineerden.

Verzoek overplaatsing

Klager heeft verzocht om uit de Terroristenafdeling te worden geplaatst, omdat hij zich daar niet veilig voelt. De selectiefunctionaris heeft dit verzoek op 30 maart 2017 afgewezen. Hiertegen heeft klager beroep ingesteld, dat door de beroepscommissie gegrond is verklaard. Hoewel klager aan de wettelijke omschrijving voor plaatsing op de Terroristenafdeling voldeed (en voldoet), was de selectiefunctionaris onvoldoende inhoudelijk op klagers verzoek ingegaan en was niet gebleken dat de door klager aangevoerde omstandigheden, waaronder de bedreigingen die tegen hem werden geuit en de periode die hij in afzondering heeft doorgebracht, waren meegewogen.

De beroepscommissie heeft de selectiefunctionaris opgedragen een nieuwe beslissing te nemen. Op 7 augustus 2017 heeft de selectiefunctionaris opnieuw negatief beslist over de door klager gevraagde uitplaatsing. Klager heeft opnieuw beroep ingesteld.

Bedreigingen

De beroepscommissie heeft de Terroristenafdeling waar klager verblijft bekeken en geconstateerd dat de afscheiding op de luchtplaats onvoldoende gevaarwerend is. Daarnaast bleken bewoordingen, waaronder mogelijk bedreigingen, die vanaf de luchtplaats werden geuit, in klagers cel te horen.

Het afdelingshoofd heeft bevestigd dat klager aanvankelijk ernstig werd bedreigd en dat deze situatie lang heeft voortgeduurd. Als gevolg daarvan kampt klager met traumagerelateerde psychische klachten.

De bedreigende situatie duurt volgens klager nog altijd voort en zijn vrees voor agressie valt redelijkerwijs niet weg te redeneren. Daarom heeft de beroepscommissie het beroep gegrond verklaard en besloten dat klager uit de Terroristenafdeling en in een andere penitentiaire inrichting moet worden geplaatst.

Bekijk jurisprudentie over dit onderwerp in de jurisprudentiedatabank onder uitspraaknummer 17/2713/GB