Schorsing van plaatsing in meerpersoonscel in verband met coronavirus
De voorzitter van de beroepscommissie van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ), die een voorlopig oordeel geeft, heeft het schorsingsverzoek van een gedetineerde tegen de beslissing van de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Arnhem tot plaatsing in een meerpersoonscel (MPC) toegewezen.
Uit de stukken komt naar voren dat een medewerker van de PI Arnhem besmet is geraakt met het coronavirus. De advocaat van de gedetineerde heeft aangevoerd dat niet uit te sluiten valt dat de toekomstige celgenoot van de gedetineerde in aanraking is geweest met deze medewerker.
Daarnaast kan de gedetineerde in een MPC niet voldoen aan de richtlijnen van het RIVM, namelijk 1,5 meter afstand houden. De directeur heeft aangevoerd dat een MPC in de PI Arnhem vergelijkbaar is met een woonruimte in de maatschappij waarbij gezinsleden geen rekening hoeven te houden met 1,5 meter afstand.
De gedetineerde en zijn celgenoot kunnen worden gezien als huisgenoten. Zij hebben allebei geen klachten en er is dus geen reden om hen niet samen in een MPC te laten verblijven.
Oordeel van de voorzitter
De voorzitter heeft allereerst overwogen dat de vergelijking tussen een MPC en een gezinssituatie niet opgaat. Plaatsing in een MPC betekent dat de gedetineerde en zijn toekomstige celgenoot geen 1,5 meter afstand van elkaar kunnen houden hetgeen het risico op besmetting voor hen vergroot.
De directeur heeft niet duidelijk gemaakt dat bij plaatsing in een MPC de extra gezondheidsrisico’s zeer beperkt zijn of dat er omstandigheden zijn die deze extra gezondheidsrisico’s aanvaardbaar maken.
Om die reden vindt de voorzitter de beslissing zodanig onredelijk dat de tenuitvoerlegging geschorst moet worden. Verzoekers schorsingsverzoek is daarom toegewezen, tot de beklagcommissie op het beklag heeft beslist.