Hoge instroom zorgt voor achterstanden bij RSJ
De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) kampt nog steeds met achterstanden bij de behandeling van beroepszaken. Hierdoor moeten justitiabelen vaak langere tijd wachten op een uitspraak.
Er is al lange tijd sprake van een toename van het aantal ingediende beroepszaken bij de RSJ. Zoals in het advies Spanning in Detentie van de Afdeling advisering van de RSJ van eind 2019 al staat vermeld, heeft de Afdeling rechtspraak moeite om de grote aantallen zaken tijdig af te doen.
Medio 2020 is bericht dat er plannen zijn voor een (frequentere) verkorte afdoening van zaken die zich daarvoor lenen en dat de personele capaciteit op korte termijn wordt uitgebreid. Beide acties worden inmiddels toegepast, maar het aantal zaken is in 2020 opnieuw dusdanig fors gestegen dat dit nog niet heeft geleid tot kortere doorlooptijden over de gehele linie.
De RSJ kampt daarom op dit moment nog steeds met aanzienlijke achterstanden bij de behandeling van beroepszaken.
Langere wachttijden
Dit betekent dat justitiabelen vaak langere tijd moeten wachten op een uitspraak dan wenselijk is. De RSJ betreurt dit ten zeerste. Zij voelt een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid voor een zo spoedig mogelijke afdoening van alle zaken en zij werkt daar ook hard aan.
Zo zal de personele capaciteit op korte termijn opnieuw worden uitgebreid. Zaken die evidente spoed hebben (waaronder de schorsingszaken) werden en worden uiteraard met voorrang behandeld.
Daarbij is en blijft het uitgangspunt dat beslissingen ten aanzien van gedetineerden, tbs-gestelden en jeugdigen in justitiële inrichtingen en jeugdhulpinstellingen zorgvuldig worden getoetst. Daar staat de RSJ immers voor.