Bevorder snelle en veilige resocialisatie en repatriëring van vreemdelingen met tbs
Om te voorkomen dat vreemdelingen met tbs met dwangverpleging – die niet in Nederland mogen blijven - in een uitzichtloze situatie terechtkomen, moet een goede behandeling mogelijk zijn en een vlotte en veilige resocialisatie en repatriëring worden bevorderd. In het advies Vreemdelingen in de tbs. Impasse door botsende rechtssystemen doet de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) enkele aanbevelingen om hieraan bij te dragen.
Het advies is op 17 februari 2021 aangeboden aan minister Sander Dekker voor Rechtsbescherming.
Voorkomen uitzichtloze situatie door resocialisatieverlof
Voor een groep vreemdelingen in de tbs met dwangverpleging dreigt een behandelimpasse en een uitzichtloze situatie te ontstaan. Het gaat om vreemdelingen die voor een geestelijke stoornis worden behandeld en niet in Nederland mogen blijven omdat zij een ernstig strafbaar feit hebben gepleegd en hiervoor zijn veroordeeld. Het vreemdelingenrecht en strafrecht komen hier samen en botsen in de uitvoering met elkaar.
Overdracht van het strafvonnis aan het land van herkomst is meestal niet mogelijk omdat de tbs-maatregel niet voorkomt in het rechtsstelsel van dat land. Repatriëring via het vreemdelingenrecht verloopt moeizaam om verschillende redenen. In de praktijk is het niet mogelijk de tbs- behandeling in Nederland, inclusief het oefenen met verlof, af te maken. Hierdoor wordt de tbs steeds verlengd en dreigt een schending van de mensenrechten van deze vreemdelingen.
Een belangrijke aanbeveling in het advies van de Afdeling advisering van de RSJ is dan ook dat tbs-gestelde vreemdelingen zonder verblijfsrecht ook resocialisatieverlof moeten kunnen uitoefenen als zij daaraan toe zijn, onder de voorwaarden dat zij meewerken aan behandeling en terugkeer. Dit is volgens de RSJ de enige mogelijkheid om de patstelling tussen strafrecht en vreemdelingenrecht te doorbreken. Het verlenen van verlof maakt het mogelijk de tbs-maatregel uit te voeren en daarmee de repatriëring en uitstroom uit de tbs te bevorderen. De ervaring leert namelijk dat tbs-gestelden aan sommige landen eenvoudiger over te dragen zijn als zij adequaat behandeld en aantoonbaar verbeterd zijn.
Eerder starten met behandeling
Daarnaast beveelt de RSJ aan de behandeling van tbs-gestelde vreemdelingen die naast tbs ook een gevangenisstraf hebben gekregen (een zogenaamd combinatievonnis) na een derde van de straf te starten. Door eerder te starten zal de effectiviteit van de behandeling en de kans op veilige en snellere resocialisatie en repatriëring worden vergroot.
Beperken instroom in de tbs
Een andere belangrijke aanbeveling gaat over het verkleinen van de instroom van vreemdelingen in de tbs door de officier van justitie beter te informeren. Als de officier van justitie tijdens de strafzitting goed op de hoogte is van de gevolgen van tbs voor het verblijfsrecht van de vreemdeling en mogelijkheden voor repatriëring, kan de rechter hiermee rekening houden bij de beslissing over het opleggen van tbs.
In het RSJ-advies Vreemdelingen in de tbs. Impasse door botsende rechtssystemen worden verschillende knelpunten besproken en aanbevelingen gedaan om een vlotte en veilige resocialisatie en repatriëring van deze vreemdelingen te bevorderen en uitzichtloze situaties te voorkomen.