Beroepscommissie RSJ behandelt eerste beroep tegen uitspraak beklagcommissie voor het vervoer
De beroepscommissie van de RSJ doet voor het eerst uitspraak in een zaak die door de landelijke beklagcommissie voor het vervoer is behandeld. De klacht gaat over de beslissing van medewerkers van de Dienst Vervoer & Ondersteuning (DV&O) om vrijheidsbeperkende middelen (handboeien) toe te passen. De beklagcommissie heeft de gedetineerde in het gelijk gesteld. De Minister voor Rechtsbescherming heeft tegen die beslissing beroep ingesteld.
De gedetineerde heeft vervoer naar het ziekenhuis geweigerd omdat hij van de transportbegeleiders van DV&O te horen kreeg dat hij handboeien moest dragen. Hij was het daar niet mee eens. De beroepscommissie oordeelt dat de gedetineerde hierover kan klagen, ook als hij niet daadwerkelijk is vervoerd en daarmee de toepassing van de vrijheidsbeperkende middelen is uitgebleven.
De beroepscommissie overweegt dat het in algemene bewoordingen beschrijven van het gedrag niet kan worden gezien als een deugdelijke motivering van die beslissing. Die beslissing had dus beter uitgelegd moeten worden. De beroepscommissie sluit zich daarom aan bij het oordeel van beklagcommissie dat de klacht gegrond is.
Nieuwe beklagcommissie voor het vervoer
Sinds de op 1 januari 2021 inwerking getreden Veegwet (Staatsblad 2019, 141) zijn onder andere bevoegdheden en verantwoordelijkheden ten aanzien van het vervoer door DV&O overgeheveld naar de Minister voor Rechtsbescherming. Er is voor klachten een speciale beklagcommissie in het leven geroepen: de beklagcommissie voor het vervoer – ook de wel de beklagcommissie DV&O genoemd.
Gedetineerden kunnen klachten over bepaalde beslissingen die zien op het vervoer indienen bij deze beklagcommissie. De beklagcommissie behandelt deze klachten en doet uitspraak. Als een van de partijen het niet eens is met die uitspraak, kan daartegen beroep worden ingesteld bij de RSJ.
Lees de uitspraak hier: RSJ 7 januari 2022, 21/22728/DA