Beroepscommissie RSJ oordeelt over compensatie voor jeugdigen in Rijks Justitiële Jeugdinrichting (RJJI) vanwege ingekorte dagprogramma’s

Al langere tijd heeft de RJJI te maken met personeelstekorten. In de zomerperiode van 2022 leidde dit in de locatie Den Hey-Acker en de locatie De Hunnerberg tot het structureel inkorten van dagprogramma’s. Hierdoor werden jeugdigen vaker en langer op hun kamer ingesloten. De beroepscommissie van de RSJ heeft in twee zaken uitspraak gedaan over de manier waarop jeugdigen hiervoor door deze locaties van de RJJI werden gecompenseerd en in deze zaken verschillend geoordeeld.

Toelichting

De Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen stelt minimale eisen aan het aantal uur dagprogramma dat moet bestaan uit activiteiten op de groep. In de zomerperiode van 2022 werden deze minimale normen niet gehaald in zowel de locatie Den Hey-Acker als in de locatie De Hunnerberg. In de locatie Den Hey-Acker werd in ieder geval 3 uur per week te weinig dagprogramma aangeboden. In de locatie De Hunnerberg was dit 10-12 uur per week.

De RJJI heeft jeugdigen voor de structureel uitgevallen uren gecompenseerd met een zogeheten proefbox/doebox. Dit zijn educatieve materialen, zoals boeken en cursusmateriaal, die jeugdigen kunnen gebruiken tijdens de extra tijd die zij op hun kamer werden ingesloten. Ook kregen zij een wekelijkse financiële tegemoetkoming.

Een jeugdige uit de locatie Den Hey-Acker en een jeugdige uit de locatie De Hunnerberg dienden over de toegekende proefbox/doebox een klacht in. Tegen de daarover gedane uitspraken van de beklagcommissie hebben de directeuren van beide locaties beroep ingesteld.

Het oordeel van de beroepscommissie

De jeugdigen in kwestie hebben er recht op dat de wettelijke urennormen worden gehaald, ook in relatie tot hun recht op een passende behandeling. Doordat hun rechten in de zomerperiode van 2022 zijn geschonden, hebben zij onomkeerbaar nadeel ondervonden. Dat rechtvaardigt het toekennen van een compensatie.

De beroepscommissie heeft voor beide jeugdigen afzonderlijk beoordeeld of zij op passende wijze zijn gecompenseerd. Het is hierbij relevant of de toegekende compensatie in verhouding staat tot de omvang en de ernst van de geschonden rechten. Dit leidt tot verschillende uitkomsten. In het ene geval acht de beroepscommissie de toegekende compensatie redelijk. In het andere geval is de jeugdige niet op passende wijze gecompenseerd, omdat de (uitvoering van de) proefbox/doebox op verschillende punten tekortschiet en onvoldoende is toegespitst op de leeftijd en individuele wensen van de jeugdige.

Lees de uitspraken hier: RSJ 22/28676/JA, 25 november 2022 en RSJ 22/29348/JA, 25 november 2022.