Monitor ongewenste neveneffecten van wijziging regeling uitplaatsing gedetineerden
De RSJ adviseert ongewenste neveneffecten van de nieuwe regeling voor uitplaatsing van gedetineerden naar een instelling voor forensische zorg te gaan monitoren. Ook adviseert de RSJ de relatie tussen de directeuren die betrokken zijn bij de uitplaatsing en verlening van verlof en de onderlinge verdeling van verantwoordelijkheden nader toe te lichten.
Dat staat in het Advies ministeriële regelingen in verband met maatregelen Michael P. dat de RSJ heeft uitgebracht aan de minister voor Rechtsbescherming.
Monitor ongewenste neveneffecten van de regeling
De RSJ is bezorgd over mogelijke ongewenste neveneffecten van de nieuwe regeling voor de uitplaatsing van gedetineerden naar een instelling voor forensische zorg, aan het einde van hun detentie. De RSJ adviseert dit te gaan monitoren.
Het niet of korter verlenen van de noodzakelijke forensische zorg kan uiteindelijk leiden tot grotere veiligheidsrisico’s bij de terugkeer van een gedetineerde in de samenleving na detentie. Bij een uitplaatsing worden gedetineerden behandeld voor bijvoorbeeld een verslaving. De voorgestelde wijzigingen kunnen er toe leiden dat veiligheidsrisico’s te veel overheersen, waardoor het aantal uitplaatsingen drastisch terug zou kunnen lopen. Een ander gevolg kan zijn dat uitplaatsing en behandeling later starten en korter duren, omdat de uitvoering van een risicotaxatie en delictanalyse te veel tijd in beslag neemt.
Licht relatie en verantwoordelijkheden directeuren bij uitplaatsing nader toe
Ook meent de RSJ dat de verantwoordelijkheden van de betrokken directeuren bij uitplaatsing onvoldoende zijn uitgeschreven. Hoewel de directeur van de penitentiaire inrichting eindverantwoordelijk is voor de uitplaatsing en het verlenen van verlof, heeft de directeur van de forensische zorginstelling het meeste zicht op het gedrag en de situatie van de gedetineerde.
De RSJ vraagt zich af welke rol de directeur van de forensische zorginstelling speelt en adviseert de verantwoordelijkheden van de directeuren en hun onderlinge relatie nader toe te lichten.
Deze en meer aanbevelingen worden besproken in het Advies ministeriële regelingen in verband met maatregelen Michael P.