Advies Tbs met voorwaarden
De tbs met voorwaarden wordt tot door velen als weinig nuttig ervaren en daardoor relatief weinig opgelegd. Hiervan uitgaande veronderstelt de RSJ dat de beoogde aanpassingen van de tbs met voorwaarden de toepassing van de maatregel ten goede kunnen komen. In het algemeen verwacht de RSJ dat de aanpassingen meer maatwerk in de tenuitvoerlegging mogelijk maken en de maatschappelijke veiligheid kunnen verhogen. Wel worden verschillende kanttekeningen geplaatst en doet de RSJ voorstellen ter uitwerking van de maatregel.
De minister stelt voor om de maximale duur van de maatregel te verhogen van vier naar maximaal negen jaar. De RSJ meent dat dit mogelijkheden biedt voor meer maatwerk en het verhogen van de maatschappelijke veiligheid. De duur van negen jaar is echter arbitrair. Gegeven een systematiek van periodieke rechterlijke toetsing zou het bepalen van de maximumduur per geval kunnen plaatsvinden.
In dit kader zou een constructie van ‘longterm-zorg’ een zinvolle aanvulling kunnen zijn. De RSJ acht een lange(re) duur van de maatregel niet voor iedere tbs-gestelde nodig. De RSJ bepleit daarom een nadere uitwerking van doelgroepen. Als praktische verbetering wordt voorgesteld om de verlengingsrechter de mogelijkheid te geven om de maatregel niet alleen met één, maar ook met twee jaar te verlengen. Bij een verlenging van de maatregel acht de RSJ versoepeling van de procedure voor het tussentijds wijzigen van de voorwaarden noodzakelijk.
De RSJ oordeelt kritisch over het vereiste dat de verdachte instemt met de op te leggen voorwaarden. Het instemmingsvereiste zou kunnen worden beperkt tot het raamwerk van behandeldoelen. Ingeval de verdachte ‘aanvankelijk zorg weigert’, zou een veroordeling kunnen worden gebaseerd op de taxatie van een expert dat de veroordeelde na verloop van tijd wel voor behandeling is te motiveren.
Verhoging van de maximale gevangenisstraf die in combinatie met de maatregel kan worden opgelegd, heeft naar verwachting een positieve invloed op de effectiviteit van de maatregel. Het is vooral een goede zaak dat hierdoor personen die thans tbs met dwangverpleging wordt opgelegd, nu ook voor de lichtere variant van de maatregel in aanmerking komen. Het formuleren van voorwaarden zal op het moment van de veroordeling echter moeilijker zijn ingeval aan de start van de maatregel een langere gevangenisstraf voorafgaat. De RSJ adviseert daarom bij de veroordeling alleen een raamwerk met behandeldoelen op te stellen. De rechter zal de voorwaarden drie tot zes maanden voor het begin van de maatregel in concreto moeten invullen.
De RSJ acht de voorgestelde tijdelijke crisisopname van waarde voor de tbs met voorwaarden. Omzetting van de maatregel naar tbs met dwangverpleging kan hiermee soms worden voorkomen. Verder kan een lopende behandeling na een crisisopname worden voorgezet. Geadviseerd wordt om het toepassen van de tijdelijke crisisopname vooraf aan de rechter-commissaris voor te leggen, gevolgd door een toetsing door de raadkamer van de rechtbank.
De RSJ kan zich vinden in verplichte advisering door de ggz. Deze constructie zal naar verwachting de start van de behandeling kunnen bespoedigen. Het introduceren van een wettelijke acceptatieplicht voor forensisch psychiatrische klinieken heeft niet de voorkeur van de RSJ. Contractuele verplichtingen passen beter bij de bestaande voornemens om Justitie in staat te stellen tot de inkoop van ggz-bedden. De RSJ stelt voor om de wettelijke acceptatieplicht te vervangen door een opnamegarantie vanuit de ggz-instelling die adviseert over de behandeling.
De voorgestelde uitbreiding en verbetering van het reclasseringstoezicht zullen naar de mening van de RSJ kunnen bijdragen aan doeltreffender en meer deugdelijk toezicht. Het intensieve reclasseringstoezicht behoeft wel nadere uitwerking. Dit betreft in ieder geval het ontwikkelen van toezichttrajecten voor verschillende doelgroepen en een systematiek van geleidelijk afbouwen van het toezicht. De inspanningen van de reclassering dienen zich overigens niet te beperken tot controle. Waar nodig zullen de inspanningen ook op resocialisatie moeten worden gericht.
Met het oog op de behandeling en het reclasseringstoezicht stelt de RSJ voor om de kennis van de forensische psychiatrie bij de reclasseringswerkers te verbeteren en om de behandelprogramma’s en zorgtrajecten beter uit te werken. Daarnaast wordt gewezen op de mogelijkheid om een systeem van controle op de tbs-gestelde alsmede op de uitvoerende instanties te ontwerpen.