Advies Thuisdetentie in de herhaling
De minister van Justitie heeft een conceptwetsvoorstel over thuisdetentie voorgelegd aan de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ).
De minister stelt voor om thuisdetentie in de Penitentiaire beginselenwet te regelen als executie¬moda¬liteit van een vrijheidsstraf of een voorlopige hechtenis. Dit houdt in dat de straf respectieve¬lijk voorlopige hechtenis (gedeeltelijk) ten uitvoer wordt gelegd op een plaats buiten een peni¬tentiaire inrich¬ting, over het algemeen de woning van de betrokkene.
De RSJ staat positief ten opzichte van minder ingrijpende alternatieven voor vrijheidsontneming zoals thuisdetentie. Toch heeft de RSJ ernstige bezwaren tegen dit conceptwetsvoorstel omdat de RSJ het principieel onjuist vindt dat een door de rechter opgelegde kortdurende vrijheidsontneming door de administratie volledig kan worden omgezet in een vrijheidsbeperking. Een korte vrijheidsstraf en thuisdetentie verschillen zo sterk van aard dat een vrijheidsstraf niet zomaar door een ander dan de rechter kan worden omgezet in thuisdetentie. Wel onderschrijft de RSJ het voorstel om thuisdetentie ter vervanging van de voorlopige hechtenis toe te passen. Thuisdetentie leent zich hier bij uitstek voor. Ook kan de RSJ kan zich vinden in de mogelijkheid elektronisch toezicht te verbinden aan de uitvoering van een taakstraf.
Voor het ondergaan van thuisdetentie gelden criteria en uitsluitingsgronden. Deze dienen (limitatief opgesomd) in de wet te worden opgenomen in plaats van in een Algemene Maatregel van Bestuur, zoals nu de bedoeling is.
Andere aanbevelingen van de RSJ zijn:
- regel het verlaten van de woning op een duidelijker wijze;
- bied mogelijkheden voor werken en opleiding tijdens thuisdetentie;
- regel de bevoegdheid tot binnentreden in de woning van thuisgedetineerden meer expliciet;
- continueer uitkeringen tijdens thuisdetentie, bijvoorbeeld een bijstandsuitkering;
- regel de interne rechtspositie inzake de uitvoering van de thuisdetentie door het beklag- en beroepsrecht van degenen die thuisdetentie ondergaan in de Penitentiaire beginselenwet op te nemen.