Advies gedetineerden met een licht verstandelijke beperking
In het gevangeniswezen verblijven gedetineerden met een lichte verstandelijke beperking (verder LVB). Het gaat om ongeveer 15 tot 25 procent van de gedetineerden. Een LVB komt tot uiting in o.a. moeite met leren, lezen, schrijven, sociale vaardigheden en praktische vaardigheden (o.a. rondom persoon-lijke verzorging, vervoer en gezondheid).
Verder komen psychische problemen, gedragsproblemen en verslaving aan middelen bij deze groep relatief vaker voor dan bij ‘normaal begaafden’. Door hun beperking ervaren LVB-ers in detentie allerlei problemen op het gebied van informatievoorziening (huisregels), contacten met medegedetineerden (conflicten, pesterijen), inrichtingspersoneel en de buitenwereld.
In zijn advies gaat de RSJ in op vier zaken.
- Screening
Aan de buitenkant is een LVB niet zichtbaar. Een kort, gemakkelijk af te nemen, screeningsinstrument bestaat in ons land nog niet, maar hier wordt wel aan gewerkt door de Leidse Hogeschool. De RSJ zou het toejuichen wanneer dit instrument toegepast kan worden in de inkomsten, screening en selectieprocedure in penitentiaire inrichtingen. In zijn advies besteedt de RSJ ook aandacht aan het moment van screening. - Regime en taak penitentiair inrichtingswerkers (PIW-ers)
PIW-ers vervullen een belangrijke taak in de dagelijkse begeleiding van gedetineerden en dus ook in de begeleiding van LVB-ers. De omgang met LVB-ers vraagt veel van hun begeleiders. Om die reden, en het aantal LVB-ers in detentie in aanmerking nemend, vindt de RSJ meer aandacht voor het omgaan met LVB-gedetineerden in de opleiding van PIW-ers dringend gewenst. Verder vindt de RSJ dat de omvang van ‘luwtecapaciteit’ in penitentiaire inrichtingen, afgestemd moet worden op de omvang van de groep LVB-gedetineerden. - Dagprogramma, beveiliging en toezicht op maat (DBT)
Van gedetineerden wordt meer en meer verwacht dat zij zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun detentie en de periode daarna. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft aangekondigd dat volgens het Dagprogramma, beveiliging en toezicht op maat (DBT) gedetineerden tijdens hun detentie privileges kunnen verdienen en verspelen in een systeem van promoveren en degraderen.
Deelname aan gedragsinterventies bijvoorbeeld, moet worden verdiend; bij voldoende inzet tijdens de arbeid kunnen gedetineerden promoveren naar arbeid van een hoger niveau, met een betere opleiding en/of een hogere beloning. Bij onvoldoende inzet en prestatie kan iemand ook weer degraderen naar eenvoudiger arbeid, met een mindere beloning en zonder scholing. In het uiterste geval kan iemand zelfs uitgesloten worden van arbeid.
De RSJ constateert dat een dergelijk systeem, gezien de beperkingen van LVB-gedetineerden, absoluut niet bij deze gedetineerden past. Gelet op de principes van DBT, zou deze groep maatwerk geboden moeten worden, aansluitend bij hun niveau, aldus de RSJ. - Nazorg
Met het oog op de terugkeer in de samenleving worden in het gevangeniswezen tal van trainingen en interventies aangeboden. De RSJ vindt dat er meer trainingen en interventies zouden moeten komen die voor LVB-gedetineerden geschikt zijn.
Voor LVB-gedetineerden zou een intensieve vorm van nazorg moeten worden georganiseerd waarin de gedetineerde van wie het einde van de straf in zicht komt, intensief wordt begeleid in de richting van werk en contact met de gemeente (van terugkeer). De RSJ ziet hier een taak voor de Medewerker Maatschappelijke Dienstverlening (MMD-er) en de reclassering. Aansluiting zou gezocht kunnen worden bij de zorgaanbieders voor verstandelijk gehandicapten.