Advies reclasseringsrecht
Het reclasseringswerk heeft de afgelopen jaren een zwaarder justitieel stempel gekregen. Aan reclasseringsadviezen wordt bij het opleggen en uitvoeren van sancties een groter gewicht toegekend. Zo kwam er in 2001 een wettelijke basis voor de taakstraf, waarmee de taken en bevoegdheden van de reclassering als uitvoerder van taakstraffen zijn vastgelegd.
Download 'Advies reclasseringsrecht'
Download 'Reactie Reclassering Nederland op Advies reclasseringsrecht RSJ'
Download 'Reactie Directoraat-Generaal Jeugd en Sanctietoepassing (DGJS) op Advies reclasseringsrecht RSJ'
De mogelijke duur van het reclasseringstoezicht, (bijv. de tbs met voorwaarden) is aanzienlijk toegenomen. Ook bij de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen heeft de reclassering belangrijke uitvoerende taken gekregen (advies t.a.v. verlenen van vrijheden, toezicht bij voorwaardelijke invrijheidstelling).
Door deze ontwikkelingen zijn de mogelijke rechtspositionele gevolgen van reclasseringsbemoeienis voor de justitiabele ingrijpender geworden. Dat vraagt om een goede rechtsbescherming voor de reclassent. In dit advies gaat de RSJ in op de vraag of de rechtsbescherming van de reclasseringscliënt aansluit bij deze ontwikkelingen en voldoet aan eisen, vastgelegd in wetgeving en internationale beginselen.
De RSJ overweegt dat:
- de reclassent recht heeft op informatie over wat de reclassering kan, mag en moet doen;
- de klachtregeling onvoldoende te bieden heeft aan conflictbeslechting en foutencorrectie op een moment dat dit er voor de cliënt nog toe doet;
- verdere juridisering van conflictbeslechting bij de reclassering niet de aangewezen weg is;
- een met meer empowerment (informatie, betrokkenheid) toegeruste reclassent actiever kan participeren in gedragsinterventies, een essentiële voorwaarde voor succes in het agogisch georiënteerde reclasseringswerk.
De RSJ concludeert hieruit dat de reclassent behoefte heeft aan
a. tijdige bemiddeling in rechtspositionele en bejegeningskwesties en
b. informatie, toelichting, uitleg en steun bij vragen die hij niet kan of wil voorleggen aan de reclassering.
Aan deze behoeften kan worden tegemoetgekomen door het introduceren van een ‘persoon’ (in de praktijk: een aantal mensen) die los staat van de reclassering maar daarin wel deskundig is. Ter vergelijking: gedetineerden kunnen hiervoor een beroep doen op de maandcommissaris uit de commissie van toezicht.
Deze geeft informatie aan gedetineerden en fungeert als vooruitgeschoven post van de beklagcommissie. De RSJ meent dat vragen en geschillen over wat de reclassering kan, mag en moet doen eenvoudiger en doeltreffender kunnen worden behandeld. Daarmee is er zowel voor de reclasseringscliënt als voor de organisatie op verschillende punten winst te halen. Los van de aanbevelingen biedt dit advies een overzicht van de geldende wetgeving, beleidskaders en aanwijzingen op het gebied van de reclassering, strafrechtelijke voorwaarden en taakstraffen.