Advies Ontwikkelingen en knelpunten bij fpk's en fpa's

Aanleiding voor dit advies zijn signalen die de Afdeling advisering van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (hierna: Afdeling advisering) de afgelopen jaren heeft ontvangen van forensisch psychiatrische klinieken (fpk’s) en forensisch psychiatrische afdelingen (fpa’s) over de toegenomen zwaarte van de problematiek van de justitiabelen waarmee deze instellingen te maken hebben.

De instellingen maken zich zorgen over de spanningen die de verzwaring van de doelgroep oproept op de punten behandel- en beheersbaarheid van patiënten en werkdruk en veiligheid voor het personeel.

Dit advies richt zich op de tenuitvoerlegging van forensische zorgtitels in fpk’s en fpa’s. Het betreft klinische zorg, dat wil zeggen zorg waarbij een patiënt is opgenomen in een behandelvoorziening. Centraal in dit advies staat de vraag welke ontwikkelingen zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan bij fpk’s en fpa’s en in hoeverre deze hebben geleid tot knelpunten.

Zorgtrajecten
De afdeling advisering constateert dat de stelselwijziging forensische zorg, die vanaf 2008 geleidelijk vorm heeft gekregen, er toe heeft geleid (samen met overige wet- en regelgeving, zoals de Wet Voorwaardelijke Sancties) dat veel meer justitiabelen met psychiatrische problematiek toegang vinden tot forensische zorg.

Het feit dat justitiabelen veel vaker dan voorheen in zorgtrajecten worden geplaatst (in plaats van in reguliere detentie) mag als grote winst worden benoemd. De inhoudelijke regievoering en aansturing (soms tot op patiëntniveau) heeft bij behandelaren geleid tot een veel sterkere forensische oriëntatie dan voorheen.

De veranderingen in de forensische zorg hebben ook gevolgen (gehad) voor fpk’s en fpa’s. De Afdeling advisering concludeert dat bij de tenuitvoerlegging van forensische zorgtitels in deze instellingen problemen spelen die de behandeling van justitiabelen onder druk zetten. Deze problemen hebben enerzijds te maken met een nog niet voltooid adaptatieproces van de instellingen aan een veranderde doelgroep. Hier is het forensisch zorgveld aan zet.

Anderzijds worden de knelpunten veroorzaakt door externe – dat wil zeggen buiten de competentie van de zorgprofessionals liggende – belemmeringen. Het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) is hier, als eindverantwoordelijke voor het stelsel, aan zet.

Stok achter de deur
De doelgroep die thans met een forensische titel in fpk’s en fpa’s wordt opgenomen is veel diverser dan in het recente verleden. Het betreft justitiabelen met meer verschillende zorgtitels en andere, vaak meervoudige psychiatrische en psychosociale stoornissen.

Met name de (comorbide) persoonlijkheidsproblematiek, verslaving en problemen rond lichte verstandelijke beperkingen zijn bij de veelal beperkte ‘stok achter de deur’ (en motivatie) en in de relatief korte opnameperiode moeilijk te beïnvloeden.

De aanwezigheid van verschillende doelgroepen (qua problematiek en qua titel / rechtspositie) maakt het creëren van een eenduidig behandelklimaat voor alle patiënten bovendien geen sinecure.

Fpk’s en fpa’s staan voor de professionele uitdaging om de veranderde doelgroep adequate, effectieve zorg te bieden. Gezien de vaak korte en lichte titels beveelt de Afdeling advisering aan behandelingen eerder transmuraal dan alleen klinisch te organiseren. Daarnaast zijn binnen de klinische fase specifieke behandelprogramma’s met een korte behandelduur nodig. Er moet geïnvesteerd worden in een hoogstaand personeels- (en arbeidsmarkt)beleid met ruime trainings- en intervisiemogelijkheden. Intensieve samenwerking met externe partners (als reclassering en detentiefunctionarissen) die de behandelingstrajecten mede bepalen is essentieel. Investeren in regionale kwaliteitsnetwerken kan het (complexe) forensische systeem verder verbeteren. Ten slotte beveelt de Afdeling advisering het forensisch zorgveld aan regionale (forensische) High Intensive Care (HIC) units te realiseren voor de meest complexe patiënten en voor crisisopvang.

Een aanzienlijk deel van de problemen ligt buiten de competentie van de professionals en de mogelijkheden van de zorgaanbieders. De procedure rond indicatiestelling en plaatsing biedt fpk’s en fpa’s te weinig ruimte voor goede voorbereiding en selectie van moeilijke patiënten. De Afdeling advisering  beveelt het ministerie van JenV aan de instroomprocedure te verbeteren, zodat er ruimte ontstaat voor een warme overdracht, voorlichting, motivering en duidelijke afspraken bij de intake en de start van de klinische behandeling. Daarnaast wordt aanbevolen om de regelgeving aan te passen zodat klinieken meer mogelijkheden krijgen om een eenduidig behandel- en beheersklimaat te organiseren. De uitstroom naar vooral reguliere (door de gemeente of onder de Zorgverzekeringswet gefinancierde) vervolgzorg is vaak problematisch waardoor ongemotiveerde (en/of ongefinancierde) patiënten, die noodgedwongen langer in de fpk of de fpa verblijven, het afdelingsklimaat negatief beïnvloeden. Het ministerie van JenV wordt opgeroepen deze problemen bij de verantwoordelijke partijen (zoals het ministerie van VWS en zorgverzekeraars) onder de aandacht te (blijven) brengen. Ook adviseert de Afdeling advisering het ministerie te kijken naar de tarieven en de zorgen over het nieuwe aanbestedingsmodel (dat geen plaatsen reserveert maar wel opnames afdwingt). Verder vormen verschraling, personeelstekorten (vooral bij essentiële zorgdisciplines) en hoge werk- en regeldruk een bedreiging voor de zorgkwaliteit en verdienen daarom brede aandacht. Een gezond stelsel moet ook deze belemmeringen adresseren. De eindverantwoordelijke voor het stelsel, het ministerie van JenV, is hier aan zet.

Ten slotte concludeert de Afdeling advisering dat de (aangenomen maar nog in te voeren) nieuwe wetten rond forensische en verplichte zorg naar verwachting een onvoldoende oplossing zullen bieden voor de geschetste problematiek. Dit betekent dat gerichte aandacht voor de gemelde problemen (los van de implementatie van deze wetgeving) naar mening van de Afdeling advisering noodzakelijk is.