Beleidsreactie Advies conceptwetsvoorstel Reparatiewet forensische zorg
Op 4 november 2021 is de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Reparatiewet forensische zorg gepubliceerd.
In deze memorie van toelichting gaan de minister voor Rechtsbescherming en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in op de adviezen die zijn ontvangen als reactie op het eerdere ontwerp van dit wetsvoorstel. Hierbij worden verschillende aanbevelingen van de RSJ overgenomen.
Net als de Autoriteit Persoonsgegevens, de Nederlandse ggz, de Raad voor de Rechtspraak en later ook de Raad van State vroeg de RSJ in het advies om een nadere onderbouwing van de noodzaak tot het verwerken van persoonsgegevens voor beleidsdoeleinden.
In reactie op deze adviezen is de toelichting op dit punt nader onderbouwd. De aanbeveling van de RSJ om de rechtspositie te verduidelijken van niet ter beschikking gestelde patiënten, die verblijven in een instelling voor de verpleging van ter beschikking gestelden, is niet overgenomen. Aan dit punt is namelijk nader aandacht besteed in de Reparatiewet Wvggz en Wzd. Over de Reparatiewet Wvggz en Wzd heeft de RSJ inmiddels ook geadviseerd. In het betreffende advies heeft de RSJ aangegeven dat deze rechtspositie inderdaad is verduidelijkt.
Verder heeft de RSJ geadviseerd om de bevoegdheid tot inzage in medische informatie van de IJenV nader toe te lichten in het licht van de bevoegdheden van de IGJ. Naar aanleiding van deze aanbeveling is de artikelsgewijze toelichting aangevuld. De aanbeveling met betrekking tot de beperking van het inzagerecht van de IJenV tot incidentenonderzoek is niet overgenomen, aangezien inzage in medische informatie ook nodig zou zijn voor andere doeleinden.