Advies Reparatiewetsvoorstel Wvggz en Wzd

In de Reparatiewet met betrekking tot de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapten cliënten (Wzd), wordt (onder andere) aandacht besteed aan de rechtspositie van reguliere ggz-patiënten die tijdelijk in een instelling voor de verpleging van ter beschikking gestelden (tbs-kliniek) worden geplaatst.

De RSJ heeft recent nog aandacht voor deze rechtspositie gevraagd in het advies Conceptwetsvoorstel Reparatiewet forensische zorg. Het stemt de RSJ positief te zien dat daar in de Reparatiewet Wvggz en Wzd verder op wordt ingegaan.

Aandachtspunten

De memorie van toelichting bij de Reparatiewet Wvggz en Wzd maakt duidelijk dat rechtspositioneel het systeem van de Wvggz niet wordt doorbroken, bij de plaatsing van reguliere ggz-patiënten in een tbs-kliniek. Het klachtrecht onder de Wvggz kan tevens uitgeoefend worden ten aanzien van de – van toepassing verklaarde – onderdelen van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt).

De RSJ is tevreden over deze verduidelijking en geeft in dit advies nog enkele aandachtspunten mee om onzekerheden rondom deze rechtspositie in het geheel weg te nemen. Deze aandachtspunten zien op de volgende onderwerpen:

  • Ontbrekende klachtmogelijkheid bij plaatsing op grond van artikel 8:11 Wvggz;
  • Verwijzing naar vervallen artikelen uit de Bvt;
  • Ontbrekende klachtmogelijkheid bij het overdragen van bevoegdheden van het hoofd van de tbs-kliniek aan personeelsleden en medewerkers;
  • Aandacht voor de specifieke inrichting van gecombineerde beklag- en klachtencommissies;
  • Rechtsbescherming met betrekking tot de informatie- en hoorplicht.

De RSJ doet enkele aanbevelingen om de Reparatiewet en de bijbehorende toelichting, met betrekking tot bovenstaande onderwerpen, verder te verduidelijken. Zie voor deze aanbevelingen het advies.

Wet aangenomen

(update 11 januari 2022)

De Reparatiewet Wvggz en Wzd is op 28 september 2021 door de Eerste Kamer als hamerstuk afgedaan en in het Staatsblad gepubliceerd.